Buideldieren (Marsupialia) zijn zoogdieren die te herkennen zijn aan hun buidel waar hun jongen in verscholen zitten. Een buideldier is er in verschillende soorten en maten. Zo zijn er middelgrote tot grote soorten, zoals de bekende kangoeroe en de koala. Daarnaast zijn er ook kleine soorten zoals de buidelrat en de buidelspitsmuis. Buideldieren leven in verschillende gebieden, maar komen voornamelijk voor in Oceanië.
Wat zijn buideldieren?
De meeste buideldieren hebben een buidel, hoewel er ook soorten zijn die dit niet hebben. De buidel van deze dieren is zeer belangrijk voor hun jongen. Zonder deze buidel kunnen jongen namelijk niet groeien, omdat zij amper ontwikkeld zijn bij de geboorte. Het ontwikkelproces van de jongen gaat na een korte zwangerschap verder in de buidel van de moeder.
Er zijn veel dieren die onder het buideldier vallen. Over de hele wereld zijn er zelfs meer dan 340 soorten buideldieren. Hieronder zijn er een aantal opgesomd:
- Kangoeroes
- Koala’s
- Wombats
- Buidelratten
- Buideldassen
- Buidelspitsmuizen
- Slurfbuidelmuizen
- Kangoeroeratten
- Buideleekhoorns
- Tasmaanse duivel
- Koeskoes
Kenmerken van buideldieren
Een buideldier is er zowel in groot als in klein formaat. Eén van de grote en bekende buideldieren is de kangoeroe. De kangoeroe is er ook weer in verschillende soorten, waarvan de reuzenkangoeroe de grootste is. Deze kangoeroe kan tot wel twee meter groot zijn en zo’n tachtig kilo wegen. Dat is bijna niet voor te stellen als je nagaat dat een kangoeroe bij zijn geboorte slechts een paar centimeter is. Slurfbuizelmuizen zijn daarentegen één van de kleinste buideldieren. Ze zijn zelfs zo klein bij de geboorte dat ze dan maar 0,005 gram wegen.
De meeste buideldieren hebben meer tanden dan andere zoogdieren. Ze hebben vaak veertig tot vijftig tanden. Buideldieren worden aan de hand van het soort gebit dat ze hebben van elkaar onderscheiden in twee groepen. De eerste groep heeft vier of meer snijtanden in een onderkaak helft. Deze buideldieren zijn polyprodont. Soorten die dit hebben, zijn onder andere buideldassen en buidelratten. Buideldieren zoals kangoeroes hebben in een onderkaakhelft maar twee grote snijtanden. Dit zijn diprotodonte buideldieren.
Waar leven buideldieren?
De meeste buideldieren leven in Oceanië. In Australië en Nieuw-Guinea zijn ze zelfs het meest voorkomende zoogdier. Ook zijn er enkele soorten te vinden op de Salomonseilanden, de Molukken, Sulawesi en Timor. Er zijn drie soorten buideldieren die alleen in Amerika voorkomen. Dat zijn de buidelratten, de opossummuizen en de monito del monte. Deze drie soorten komen vooral in het zuiden van Zuid-Amerika voor en daarnaast leven er enkele soorten in Centraal-Amerika. In Nieuw-Zeeland is in de twintigste eeuw de voskoesoe uitgezet, wat inmiddels heeft geleid tot een enorme plaag in het land. Er zijn er veel van in het land en dit is een bedreiging voor planten en dieren. Over het algemeen leven buideldieren op verschillende plaatsen in een land, zowel in regenwouden als in woestijnen.
Leefwijze van buideldieren
Een buideldier kan overdag of juist ‘s nachts actief zijn. Dit is afhankelijk van het soort buideldier. Sommige soorten leven liever alleen en andere soorten zijn juist heel sociaal. Dit verschilt ook per soort. Daarnaast verschilt het per buideldier waar zij zich dagelijks bevinden. Zo zijn er soorten die voorkeur hebben aan een woonplaats in de bomen, zoals de koala en de koeskoes. Daarnaast zijn er soorten die voornamelijk op de grond leven, zoals kangoeroes en wombats.
Enkele soorten buideldieren hebben zich aangepast aan het stedelijke leven. De buidelrat is bijvoorbeeld ook te vinden in drukkere gedeeltes van een stad om voedsel te zoeken. Ook ondergronds zijn er buideldieren te vinden. Wombats en buidelmollen leven hier graag en graven gangen onder de grond. De wombat kan grote gangenstelsels onder de grond maken, tot wel drie meter diep. De buidelmol graaft vaak maar en paar centimeter, dit is omdat het maar een klein buideldier is.
Wat eten buideldieren?
Het voedsel wat een buideldier eet, is afhankelijk van het soort. Er zijn soorten die alleen planten eten, zoals kangoeroes en koala’s. Zij eten vooral bladeren, stengels, andere planten en grassen, omdat hun gebit geschikt is om te grazen. Aan de andere kant zijn er buideldieren die voorkeur geven aan insecten of vlees. De Tasmaanse duivel is zo’n buideldier dat vlees eet. Zij hebben sterke kaken waarmee zij zelfs bot kapot kunnen bijten. Dit gebruiken zij bij het eten van een dood dierenlichaam. Daarnaast zijn er ook buideldieren die alleseters zijn, zoals de buideldas. Er is één soort buideldier dat leeft van nectar en stuifmeel, dat is de slurfbuidelmuis. Met hun lange tong halen zij nectar uit bloemen door zich vast te houden aan bloemen van verschillende soorten struiken.
Voortplanting
Waarbij de meeste zoogdieren een placenta hebben, ontwikkelt een buideldier dit niet. Als het jong in de baarmoeder van een buideldier zit, wordt het gevoed door de dooierzak. Er zijn echter twee uitzonderingen onder de buideldieren die wel een placenta ontwikkelen, dat zijn de koala en de buideldas. De grotere soorten buideldieren krijgen per zwangerschap maar één jong. Dit is bij kangoeroes, koala’s en wombats het geval. De kleinere soorten buideldieren kunnen daarentegen meerdere jongen tegelijkertijd krijgen.
Bij de geboorte zijn de meeste organen van het pasgeboren buideldier nog niet volledig ontwikkeld. Als het jong geboren wordt, gaat het direct op zoek naar de tepel van de moeder via het geboortekanaal. Het jong heeft meestal alleen nog maar voorpoten en moet zich daarmee een weg naar de tepel zien te vinden. Als dit niet op tijd lukt, dan sterft het jong. De tepel zit bij de meeste buideldieren in de buidel bij de onderkant van de buik. De ontwikkeling van het jong gaat vervolgens verder in de buidel. Enkele soorten hebben geen buidel. Bij deze soorten zit het jong vaak in de vacht of in de huidplooien.
Bedreigde soorten
Een aantal buideldieren wordt met uitsterven bedreigd. Onder andere de koala, de Tasmaanse duivel en de geelvoetkangoeroe staan op de lijst van bedreigde diersoorten. De grootste oorzaak hiervan is dat het leefgebied van deze dieren steeds kleiner wordt. Ook hebben sommige buideldieren last van andere dieren in hun leefgebied die hun voedsel opeten. Zo heeft de invoering van konijnen in Australië ervoor gezorgd dat zij het voedsel opeten wat een buideldier ook eet. De afgelopen jaren zijn er al een aantal soorten buideldieren uitgestorven, zoals de Tasmaanse buidelwolf. Omdat deze Tasmaanse buidelwolf schapen at, hebben boeren dit dier weggejaagd.