Een eend, maar dan koddig: de Indische loopeend
De Indische loopeend herken je direct: hij wordt, niet onterecht, ook wel fleseend genoemd. Hij heeft amper borst en staat recht overeind, wat hem een hoogte van tussen de 50 cm (kleine vrouwtjes) en 76 cm (grote mannetjes) geeft. Hij stamt af van de wilde eend (in het Latijn de Anas platyrhynchos) en komt oorspronkelijk uit Indonesië. Op de eilanden Lombok, Bali en Java werden de eenden op de markt verkocht vanwege hun eieren en hun vlees.
De loopeend heeft zijn naam te danken aan het feit dat hij, in tegenstelling tot eenden, loopt en niet waggelt. Sterker nog: hij rent. In het Engels heet de Indische loopeend dan ook Indian runner duck.
Het dier bestaat in veel verschillende kleuren, van volledig wit tot volledig zwart en allerlei kleuren en kleurencombinaties ertussenin, waaronder soorten die er qua tekening in grote lijnen hetzelfde uitzien als de mannetjes en vrouwtjes van de wilde eend.
Het is moeilijk om mannetjes en vrouwtjes van de loopeend te onderscheiden als de dieren nog jong zijn. Bij volwassen dieren zie je het onderscheid gemakkelijk: het mannetje heeft een krul in zijn staartveren, het vrouwtje niet. Ook het geluid dat de mannetjes en vrouwtjes maken is verschillend: vrouwtjes kunnen luid kwaken, terwijl mannetjes alleen een soort schor, zacht ‘gefluister’ kunnen voortbrengen.
Karakter
Loopeenden hebben een redelijk nerveuze aanleg, maar kunnen tam gemaakt worden door kalm met ze om te gaan. Echt tamme loopeenden zullen gezellig achter je aan rennen als je bijvoorbeeld door de tuin loopt. Ze blijven eigenlijk altijd bij elkaar: gaat de ene loopeend links, dan gaat de rest van de groep ook links. Je ziet ze dus altijd in groepjes ‘grazen’.
Dit soort eenden doe je een plezier als ze de hele dag lekker vrij kunnen rondlopen, op zoek naar slakken, insecten en andere lekkere versnaperingen.
Loopeenden kunnen niet vliegen, hoogstens wat laag fladderen tot maximaal een meter hoog.
Een loopeend houden als huisdier, kan dat?
Je kunt loopeenden houden, maar ze zijn niet geschikt als ‘huisdier’ in de engste zin van het woord, ze moeten een buitenverblijf hebben. Zie je jezelf dus al met je loopeend op schoot Goede Tijden, Slechte Tijden bingewatchen, dan moeten we je helaas teleurstellen.
We vertellen je graag meer over geschikte huisvesting voor de loopeend, maar allereerst is het belangrijk te vermelden dat loopeenden groepsdieren zijn. Net als bij bijvoorbeeld cavia’s en konijnen het geval is, raden we je dus dringend aan de dieren altijd minstens met z’n tweeën te houden. Je kunt ervoor kiezen alleen mannetjes of alleen vrouwtjes in een klein groepje te houden. Zorg er wel voor dat je, als je alleen mannetjes houdt, geen vrouwtjes in de buurt rond hebt lopen.
Wil je mannetjes en vrouwtjes, dan is een groep met 1 mannetje en 3 of 4 vrouwtjes de beste optie.
Meer lezen over bijzondere dieren?
Volg ons op Facebook
Welke huisvesting heeft een loopeend nodig?
Een loopeend houdt ervan om lekker met zijn soortgenoten rond te lopen over het land, op zoek naar slakken, kevers en ander eetbaars. Wil je loopeenden houden, zorg dan dat je een afgesloten gebied hebben waar ze vrij rond kunnen lopen.
Een groepje van 1 mannetje met 3 of 4 vrouwtjeseenden heeft aan zo’n 75 m2 genoeg ruimte. Dit kan ook prima een afgesloten tuin zijn, zolang die tuin begroeid is. Met een betegelde tuin maak je je loopeenden niet gelukkig, want daar valt niets te scharrelen. Heb je een tuin met mooie planten, dan zullen loopeenden die planten over het algemeen met rust laten. Wel poepen loopeenden veel, dus als je een heel net tuintje met gepoetste paadjes hebt, is een kleine loopeendenkolonie misschien niet ideaal voor de uitstraling van je tuin 😉
Naast de ruimte om rond te scharrelen hebben loopeenden een nachthok nodig waarin ze beschut kunnen zitten bij slecht weer. Een kleine schuur of een groot hok is hiervoor prima. Leg droog stro op de bodem en zorg ervoor dat de dieren droog en warm kunnen zitten. Als het echt koud is, moet het er ook warm genoeg zijn. Daar zorg je voor door het hok te isoleren of door een warmtelamp op te hangen.
Heb je ‘s nachts last van roofdieren, zorg dan dat er een afgesloten ren is voor de loopeenden. Hier kun je ze dan ‘s nachts indoen. Zorg dat ze dan ook bij het hok/schuurtje kunnen komen en dat dat hok of schuurtje natuurlijk ook niet toegankelijk is voor roofdieren.
Heeft een loopeend (zwem)water nodig?
Hoewel loopeenden niet per se zwemwater nodig hebben (maar het wel heel fijn vinden, ook met een klein vijvertje zijn ze in hun nopjes!), hebben ze wel doorlopend vers water nodig om zich te kunnen wassen.
Heb je maar een klein aantal loopeenden (tot maximaal zo’n 5), dan kun je er ook voor kiezen een plastic zandbak te vullen met water. Je zult dit water dan wel zeer regelmatig moeten verversen, want loopeenden poepen overal, dus ook in het water.
Welke voeding geef je een Indische loopeend?
Als de loopeend een groot genoeg verblijf heeft waarin hij slakken en insecten kan vinden, zal hij een groot deel van zijn maaltje zelf al bij elkaar scharrelen.
Om je eenden bij te voeren, kun je ze tot twee keer per dag bijvoorbeeld kippenvoer of watervogelkorrel geven. Let op dat je ze niet te veel geeft, je wilt niet dat ze het zelf naar eten zoeken laten voor wat het is en bij je gaan bedelen om meer eten.
Als extraatje maak je je loopeenden blij met wat fruit of bladgroenten.
Vrouwtjeseenden leggen eieren en moeten daarvoor extra kalk binnenkrijgen. Daarvoor is kippengrit geschikt. Dit wordt alleen gegeten door de vrouwtjes, de mannetjes hebben dit niet nodig.
Wist jij dit over loopeenden?
- Loopeenden staan bekend om het enorme aantal eieren dat ze leggen. Zo’n 300 tot 350 eieren per jaar is een gemiddelde, maar het kunnen er ook meer zijn. De eieren kun je overal vinden, ze worden niet in een nest gelegd. Als je wilt voorkomen dat de eieren worden opgegeten door andere dieren, zul je erop moeten letten dat je doorlopend in de gaten houdt of er ergens eieren liggen in je loopeendenverblijf.
- Omdat deze eend de naam ‘Indische loopeend’ draagt, zou je toch denken dat hij oorspronkelijk uit India komt. Hier is echter geen enkel bewijs voor gevonden.
- Indische loopeenden zijn handige ongediertebestrijders. In het zuidoosten van Azië worden de dieren bijvoorbeeld in grote groepen de rijstvelden op gestuurd na de oogst. De eenden eten de slakken en al het andere ongedierte op en ook de overgebleven rijstkorrels zijn niet veilig. Zo worden de rijstvelden klaargemaakt voor de volgende rijstoogst.